Pensvulling
Door het samentrekken van spierplooien in de penswand wordt de pensinhoud voortdurend in beweging gehouden. Hierdoor wordt er een zekere menging van de massa in stand gehouden. Daarnaast worden de gevormde gassen naar voren geduwd, zodat die via de slokdarm weer kunnen verdwijnen. Als deze gasafvoer geblokkeerd wordt, bijvoorbeeld door schuimvorming in de pens, ontstaat er gasophoping.
Beoordeling van de pensvulling geeft informatie over de opname aan (ruw)voer gedurende de laatste halve dag. De pensbewegingen zijn voelbaar door de hand aan de linkerzijde achter de laatste rib in de bovenflank te duwen. Bij een actieve pens zijn krap 2 duidelijke contracties per minuut voelbaar. Slappe contracties duiden op een onvoldoende opname aan structuurgevend ruwvoer.
Bij een goed gevulde pens wordt de huid, door de druk in de pens, opgeduwd tot aan de buitenzijde van de ribwelving. Bij een matige vulling zakt de huid terug tot aan de binnenzijde van de ribwelving. Achter het dier staand, is dan de zijkant van de ribwelving zichtbaar. Een opgetrokken buik duidt op een zeer matige vulling, bijvoorbeeld als gevolg van duidelijk onvoldoende voeropname (bijvoorbeeld als gevolg van klauwproblemen). Door achter de rib op de pens te drukken, wordt een indruk verkregen omtrent de stevigheid van de pensinhoud. Bij een onvoldoende opname aan structuurgevend ruwvoer voelt de pens slap aan. Deze beoordeling is vooral belangrijk in de eerste weken na afkalven. (Bron: Aart Malestein)