De factor koe in het rantsoen

  • Er treed onbewust selectie op voerbenutting op bij koeien, historisch gezien wordt op een bedrijf vaak ‘hetzelfde’ gevoerd en vallen bepaalde koeien af en ander blijven lopen → selectie gebeurd op kenmerken waar secundair selectie op voer efficiëntie en reactie op bepaald type rantsoen aan de grondslag liggen. Het verschil in passage snelheid kan behalve erfelijkheid (o.a. grote/kleine koe, breed/smal etc.) ook verklaard worden door het verschil in voeropname van de koe. Een koe die bijvoorbeeld 25kg eet per dag heeft een snellere passage snelheid dan een koe die 17kg per dag eet. Grotere koeien kunnen een hogere voeropname per uur behalen.
  • Grote vs. kleine koeien, één koe is qua productie en gewicht vergelijkbaar met 10 melkgeiten en beide herkauwer, echter rantsoen is compleet verschillend. Het pens oppervlak van 1 koe is vele malen kleiner dan die 10 geiten bij elkaar. Waarom worden er geen jersey koeien gepromoot in Nederland? Deze hebben relatief gezien meer pensoppervlak dan een grote Holstein koe. Bereken om die reden voer efficiëntie per 100kg lichaamsgewicht en niet per koe of per kilogram melk.
  • Holstein koeien zijn gefokt op zetmeel benutting, zonder spieren is zetmeel nodig, Koeien met meer spieren kunnen makkelijker zonder zetmeel.
  • Bij oud melkte koeien is de hormonale drang van melkproductie weg, zodra de productie door omstandigheden weg is komt deze niet meer terug.
  • De invloed van daglengte beïnvloed de melkproductie, lagere productie bij kortere daglengte.
    Direct na het melken heeft een koe de hoogste voeropname.
  • Ureum voeren is enkel een om rekenkundig de OEB op te schroeven, uitleg; Jongvee gaat om groei en pensmicroben die hebben stikstof nodig en in mindere mate eiwit, er is hier een lagere eis aan de kwaliteit van het eiwit. Droge koeien hebben ook een lagere eis aan de kwaliteit van het eiwit, ook hier is dus het voeren van ureum mogelijk.
  • Op darm niveau kan je verse koeien ondersteunen tijdens hun negatieve energie balans door bestendige energie en eiwit te geven zodat de koe dit eiwit niet uit de lichaamsreserves hoeft te halen. In de darm is het niet een voorwaarde, zoals in de pens, dat het energie en het eiwit tegelijker tijd bij elkaar komen.