Werking van de pens

  • De penswand is behoorlijk ongevoelig. De term pensprik moet je niet letterlijk nemen maar hiermee wordt het drijvend vermogen van het gewas bedoeld waardoor je een pensmatras krijgt en de voeding langer in de pens blijft (en dus beter afgebroken kan worden door pensmicroben). Zo blijft vers gras drijven doordat er een was laagje op het gras zit (dit is na het inkuilen verdwenen) en blijft stro, (natuur) hooi in de pens drijven door de holle pijpjes van de stengels. Daarnaast heeft droge kuil of droge mais ook een beter drijvend vermogen omdat deze niet week is, hierdoor is de bestendigheid ervan ook anders (de celwanden zijn nog niet open door inweking). Drijvend voer heeft de neiging natter voer mee om hoog te nemen in de pens. Bij onvoldoende drijvend vermogen in de pens neigt zwaarder voer onderin de pens te blijven, dat verhoogt de kans op passage voor het de kans krijgt om te verteren.
  • Een goede pens matras zorgt er niet alleen voor dat het voer langer in de pens blijft, maar zorgt ook dat er meer bacteriën kunnen leven. De bacteriën leven namelijk op het pensmatras. Dus meer/betere pensmatras betekent meer pensbacterie en dus een betere vertering van het gehele rantsoen. Daarbij zorgen pensbacteriën zelf door middel van belletjes (gasvorming) voor lucht in de pens (balloneffect / helpt bij het drijven).
  • Vers gras heeft nul pensprik dus wat is waarde van ‘pensprik’. Daarentegen geeft vers gras volume en dus pensvulling doordat de celwanden intact zijn en de waslaag nog compleet is, deze waslaag geeft drijvend vermogen. Bij Stalvoedering is het dus beter om niet te kneuzen en de opraapwagen niet vol te proppen, zodat deze waslaag en celwanden intact blijven en hierbij het drijvend vermogen gewaarborgd blijft. Het drijvend vermogen voorkomt dat er een te snelle passage is en dus een slechte vertering plaats vind.
  • Het verschil in passage snelheid kan behalve erfelijkheid (o.a. grote/kleine koe, breed/smal etc.) ook verklaard worden door het verschil in voeropname van de koe. Een koe die bijvoorbeeld 25 kg drogestof eet per dag heeft een snellere passage snelheid dan een koe die 17 kg drogestof per dag eet.